Overlast niet recent, acuut of dreigend

De meest voorkomende vorm van overlast is geluidsoverlast. Daar gaat het in deze zaak onder andere om. Verhuurder vindt de kwestie zo dringend dat hij een kort geding tot ontruiming van de huurder aanspant. Het probleem is dat de huurder zich al enige tijd rustig heeft gehouden en de verhuurder niet voldoende bewijs van recente overlast kan leveren. De rechter komt verhuurder toch enigszins tegemoet: hij houdt de zaak enkele maanden aan voor het geval de huurder weer overlast mocht gaan veroorzaken.  

De casus

Huurder heeft in het verleden voor ernstige geluidsoverlast gezorgd, reden waarom bij de huurovereenkomst voor de laatste kanswoning een apart overlastbeding is opgenomen. Ook op het nieuwe adres klagen omwonenden over geluidsoverlast en heeft huurder al diverse waarschuwingen van verhuurder ontvangen. Bovendien heeft huurder brand gesticht in de woning en dat levert gevaar op voor de omwonenden. Dat brand is gesticht blijkt uit een proces-verbaal van de politie. De rapporteurs hadden een brandlucht geroken en hebben geconstateerd dat in de woning enkele bijbels in brand waren gestoken. Daar komt bij dat de binnenzijde van de woning niet goed door huurder wordt onderhouden en dat trekt ongedierte aan. Verhuurder moet de omwonenden rustig huurgenot verschaffen en kan hen niet aan het gevaar van nieuwe brandstichting blootstellen. Gezien de aard en de ernst van de overlast kan een bodemprocedure niet worden afgewacht en dient de ontruiming op korte termijn te worden gerealiseerd, meent verhuurder. Huurder erkent overlast te hebben veroorzaakt, maar wijt dat aan zijn emotionele gesteldheid. Die gesteldheid is inmiddels onder controle. Een deel van de tijd verblijft huurder in een instelling en wanneer hij thuis is, gaat het goed. Ook heeft hij alle geluidsapparatuur en de televisie het huis uit gedaan. Wat het brandje betreft, het ging niet om bijbels, maar om een klein briefje, en ook nog op het balkon.

Het oordeel van de rechter

De rechter vindt dat verhuurder de brandstichting niet aannemelijk heeft gemaakt: er is wel een proces-verbaal opgemaakt, maar uit de bijgevoegde foto’s valt niet op te maken dat brand is gesticht. Verder erkent huurder inderdaad overlast te hebben veroorzaakt, maar dat is al weer enige tijd geleden. Dat blijkt ook uit de verklaringen van omwonenden. Verhuurder heeft niet aannemelijk gemaakt dat nog steeds sprake is van overlast. Kortom, de situatie is niet zo acuut of dreigend dat meteen de ontruiming moet worden bevolen. Huurder heeft verklaard dat hij in de toekomst geen (geluids)overlast meer zal veroorzaken. Omdat het echter in het verleden ook al eens zo is geweest dat de overlast verminderde, waarna deze toch weer terugkwam, is de rechter er niet volledig van overtuigd dat toekomstige overlast achterwege zal blijven. Om te voorkomen dat verhuurder, mocht huurder toch weer overlast veroorzaken, opnieuw van voren af aan moet beginnen, besluit de rechter de procedure enkele maanden aan te houden. Indien huurder binnen die periode opnieuw aantoonbare overlast veroorzaakt, kan verhuurder de rechter verzoeken deze procedure bij vervroeging te behandelen. Huurder kan dit tussenvonnis beschouwen als een laatste kans, concludeert de rechter. Hij krijgt daarmee in feite dus een tweede laatste kans. (Uitspraak Rechtbank Almelo van 15 juni 2011, LJN BQ8609)