Brandveiligheid bij Interveste

Panden die leeg komen te staan moeten beschermd worden. Beschermd tegen verval, verpaupering maar zeker ook tegen brand(stichting). Daarom plaatsen wij ondernemers in tijdelijke werkruimtes en bewoners in leegstaande woningen: de huiswachten. Uiteraard is het dan van groot belang dat deze bewoonde omgevingen nog steeds veilig zijn tegen brand.

Nieuwe bewoners zijn altijd verplicht om via ons een brandveiligheidspakket aan te schaffen. Daarin zitten een koolmonoxidemelder, een rookmelder, een brandblusser en een blusdeken.

Maar alleen met dit brandveiligheidspakket ben je er niet. We hebben daarom de instructies voor je op ‘papier’ gezet. Deze brandinstructie is ook te downloaden via onze downloadspagina (pdf).

BRANDPREVENTIE

  1. Plaats rookmelders
    Rookmelders horen in de vluchtwegen te zijn aangebracht. Dit zijn: de hal, de overloop en/of ruimten waardoor vanuit de slaapkamer gevlucht kan worden. Er dient minimaal één rookmelder per bouwlaag te zijn aangebracht. Houd altijd afstand van lampen, ventilatieroosters, badkamer en de keuken.
    Hang de rookmelders zo hoog mogelijk aan het plafond met dubbelzijdig tape, schroeven of een magnetische montage set.
    NB: Controleer de batterij regelmatig en houd de rookmelder stofvrij!
  2. Maak een vluchtplan
    Hoe kom je naar buiten als je in jouw slaapkamer bent en de trap staat in brand? Het is slim om hier van te voren over na te denken. Maak een vluchtplan:

    • Bedenk wat vanuit verschillende kamers de snelste vluchtroute naar buiten is;
    • Bepaal een alternatieve, tweede vluchtroute. Denk eventueel aan een extra route door een vluchtladder aan te schaffen;
    • Oefen de vluchtroute met je ogen dicht. Bij brand bestaat de kans dat je letterlijk geen hand voor ogen ziet;
    • Bespreek de vluchtroutes met huisgenoten. Maak afspraken over wie voor wie zorgt;
    • Sluit tijdens het vluchten de deuren achter je. Een dichte deur kan brand tot 20 minuten vertragen;
    • Zorg ervoor dat er geen afgesloten deuren zijn zonder sleutels. Leg huissleutels op een vaste plek;
    • Na een brand kun je soms voor langere tijd jouw huis niet meer in. Heb jij een plek waar je terecht kunt, bijvoorbeeld bij familie of vrienden?

WAT TE DOEN BIJ BRAND?

  1. Eigen veiligheid
    Stop met wat je aan het doen bent. Alarmeer iedereen in huis. Ga niet in de rook staan. Rook is altijd gevaarlijk!
  2. Beoordeel de situatie
    Bepaal of de brand nog is te blussen. Als de brand nog beperkt is (minder dan een halve meter hoog) en als er (bijna) nog geen rookontwikkeling is, dan kun je de brand zelf proberen te blussen. Gebruik hiervoor de aangeschafte poederblusser en/of blusdeken. Besluit je te vluchten, volg dan je eigen vluchtplan.
  3. Informeer de hulpdiensten
    Bel 112. Vraag naar de brandweer en geef jouw exacte adres. Beschrijf de brand zo nauwkeurig mogelijk. Vertel met hoeveel mensen je in het huis aanwezig bent en of er nog mensen binnen zijn.
  4. Verleen hulp
    Waarschuw de buren, zodat ze weten wat er aan de hand is. Ga de woning niet meer in: rook is giftig. De brandweer arriveert gemiddeld in 8 minuten. Leg uit waar het brandt en of er nog mensen in de woning zijn.
  5. Informeer Interveste
    Wanneer de gemoederen zijn bedaard, neem dan contact op met Interveste via: 088 – 11 88 000. Buiten kantooruren kom je via de calamiteitendienst in contact met één van onze medewerkers.

 

Extra links over brandveiligheid: