Code rood is advies om niet te verhuren

Verhuurster screent preventief aspirant-huurders in het belang van het woon- en leefklimaat en de veiligheid in de buurt. Op bepaalde gronden – overlast, drugs, bedreiging, huurschuld, onjuiste informatie, twijfel over woonvaardigheden – kan verhuurster aspirant-huurders afwijzen.   Code-Rood-650  

De casus

Naar aanleiding van negatieve signalen over het leefklimaat en de veiligheid heeft verhuurster samen met de gemeente, politie en andere direct betrokkenen een analyse van de wijk laten uitvoeren. Voornaamste conclusie is dat de diversiteit aan nationaliteiten en de lagere sociale en economische klasse van de huurders leiden tot minder sociale samenhang en buurtbinding, waardoor de leefbaarheid van de buurt onder druk staat. Daarop is een aantal maatregelen uitgewerkt, waaronder preventieve woningtoewijzingsregels. E staat al een paar jaar als woningzoekende ingeschreven en heeft gereageerd op een vrijgekomen woning. Gezien het grote aantal adreswijzigingen en registraties “adres onbekend” op zijn GBA-uittreksel heeft verhuurster E, als onderdeel van haar social screening, toestemming gevraagd voor een antecedentenonderzoek. De politie heeft vervolgens voor E de code rood afgegeven. Code groen betekent geen overlastmeldingen, code oranje houdt een advies in om een proefcontract af te sluiten en code rood is advies om niet te verhuren. Verhuurster heeft de woning niet aan E aangeboden. E heeft echter zijn huidige woning al opgezegd en vordert via de rechter alsnog toewijzing van de bezichtigde woning. Verhuurster mag wat hem betreft desnoods periodieke onaangekondigde controles in de woning uitvoeren.

Het oordeel van de rechter

Verhuurster heeft belang bij verbetering van het woon- en leefklimaat en veiligheid in de buurt door preventieve screening van aspirant-huurders en antecedentenonderzoek. Dat het GBA-uittreksel zo zou moeten worden uitgelegd dat E nog nooit een eigen woning heeft gehad en voorheen inwonend was bij zijn ouders, broer(s) of vrienden en dat hij daar weg moest als de deurwaarder langs kwam voor hem, levert volgens de rechter vooral een bevestiging op van de twijfel die verhuurster had over het GBA-uittreksel en op basis waarvan zij heeft besloten tot een antecedentenonderzoek over te gaan. Alleen E zelf kan bij de politie zijn uittreksel antecedentenonderzoek opvragen; verhuurster verkrijgt dit niet om redenen van privacy, zoals verhuurster E ook schriftelijk heeft medegedeeld. E heeft echter niet zelf een uittreksel aangevraagd en heeft ook over de afgegeven code rood geen openheid van zaken gegeven. E heeft enkel ter zitting verklaard dat het enige dat zich in zijn verleden heeft afgespeeld een melding is die hij zelf in 2009 heeft gedaan bij de politie dat er in de woning waar hij destijds verbleef iets met hennep gebeurde, maar dat hij daar niets mee te maken had. Gesteld al dat dit vage verhaal klopt, merkt de rechter op, had dit voor E juist een reden moeten zijn om het uittreksel antecedentenonderzoek op te vragen, aangezien de afwijzingsgronden niet verder terug mogen gaan dan de afgelopen vijf jaar. Omdat E dit, zoals gezegd, heeft nagelaten, kan de afgegeven code rood niet inhoudelijk beoordeeld worden en kan in deze procedure zonder nader onderzoek, voor welk onderzoek een kort geding procedure zich niet goed leent, niet worden vastgesteld of er sprake is van een onterechte weigering van verhuurster de woning aan E aan te bieden. Een en ander brengt de kantonrechter tot de conclusie dat er niet van kan worden uitgegaan dat de bodemrechter zal oordelen dat de belangenafweging in het voordeel van E dient uit te vallen en dat vooruitlopend daarop verhuurster de woning aan E dient toe te wijzen (voor zover dit overigens al mogelijk zou zijn, aangezien de woning aan een ander is verhuurd). Wat de vordering van E betreft dat de woning onder beperkende voorwaarden (periodieke controle) wordt toegewezen, geldt dat dit slechts kan bij een afgegeven code oranje. Of voor E die code had moeten worden afgegeven, kan evenmin worden bekeken omdat E daarvoor geen aanknopingspunten heeft geboden. De kantonrechter wijst de vordering af. (Uitspraak Rechtbank Rotterdam van 4 april 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:273)