Dagvaarding is krakers niet rauw op dak gevallen

Volgens Van Dale is “rauwelijks dagvaarden” zonder meer dagvaarden, dus iemand zonder nadere aanmaning of verzoek om te voldoen ineens dagvaarden om voor de rechter te verschijnen. Rauwelijks dagvaarden is niet netjes, en dat is wat er volgens de krakers is gebeurd: een schriftelijke sommatie om het terrein te ontruimen ontbreekt en ook is geen termijn gesteld om het terrein te verlaten.

De casus

K is eigenaresse van een onbebouwd perceel dat enkele weken geleden is gekraakt door A en een aantal andere krakers. De krakers hebben onder andere enkele tenten en caravans op het terrein geplaatst en wonen er momenteel. Een medewerker van K is tweemaal op het terrein geweest en heeft de krakers gevraagd het terrein te verlaten. De krakers hebben aan dat verzoek geen gehoor gegeven. K vordert nu in kort geding de ontruiming van het terrein en een verbod van herkraak (dat wil zeggen dat het vonnis tot één jaar na uitspraak ten uitvoer kan worden gelegd tegen eenieder die zich dan op het terrein bevindt). De krakers vinden dat er rauwelijks is gedagvaard, omdat zij niet schriftelijk zijn gesommeerd en hen geen termijn is gesteld om het terrein te verlaten. Alleen kraker A is bij naam bekend en in persoon verschenen; de overige krakers zijn anoniem gedagvaard.

Het oordeel van de rechter

De kortgedingrechter stelt eerst met betrekking tot de anonieme dagvaarding vast dat die op correcte wijze is gepubliceerd, en dat een anonieme dagvaarding niet alleen bij de ontruiming van een bebouwde maar ook van een onbebouwde onroerende zaak mogelijk is. De anoniem gedagvaarde krakers zijn niet verschenen en met hun belangen zal dus geen rekening worden gehouden. Wat het argument van A betreft dat er rauwelijks is gedagvaard, dat snijdt volgens de rechter geen hout. Medewerkers van eigenaresse K zijn al enkele dagen na de bezetting in gesprek gegaan met de krakers en hebben hen gevraagd het terrein te verlaten. Omdat A en de overige krakers hieraan geen gehoor hebben gegeven, stond het K vrij om hen te dagvaarden. Een schriftelijke sommatie is niet vereist. Dat A onrechtmatig op het terrein verblijft, is geen punt van discussie. Het staat een eigenaar vrij om van zijn eigendom gebruik te maken zoals hij dat wenst, zolang hij de rechten van anderen eerbiedigt en ook de overheidsregels die zijn vrijheid beperken. De eigenaar hoeft een onrechtmatige inbreuk op zijn recht niet te dulden. Van een uitzondering daarop zou misschien sprake kunnen zijn, zegt de rechter, als K het onrechtmatige gebruik van haar terrein door A en de overige krakers jarenlang had gedoogd, of onredelijk lang had gewacht met het nemen van rechtsmaatregelen tegen inbreukmakers – maar dat is niet het geval. Ook een belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel; A heeft namelijk geen bijzonder belang bij de voortgezette bewoning van het perceel. De vordering tot ontruiming van het gehele terrein door alle krakers is daarom toewijsbaar, met een termijn van drie weken. Ook de gevorderde mogelijkheid om het vonnis bij herkraak gedurende één jaar ten uitvoer te leggen is voor toewijzing vatbaar.   (Uitspraak Rechtbank Groningen van 13 juli 2012, LJN BX1536)