Geen schuldsanering, dus alsnog ontruimen

Z moet in verband met een huurachterstand zijn woning ontruimen. De ontruiming moet echter worden uitgesteld, omdat de rechter een moratorium heeft verleend voor de duur van zes maanden. Z treedt tijdens het moratorium in het huwelijk met R, zijn partner, die eveneens in het gehuurde woont. Z en R vorderen vervolgens een verbod van de aangezegde ontruiming: R is door het huwelijk medehuurster geworden en alleen Z is tot ontruiming veroordeeld.

De casus

De kantonrechter heeft de huurovereenkomst tussen Z en verhuurder ontbonden en Z veroordeeld het gehuurde te ontruimen. Verhuurder mag echter niet tot ontruiming overgaan totdat op het door Z en R gedane verzoek tot het instellen van een moratorium is beslist. Z en R willen in aanmerking komen voor schuldsanering. Het moratorium is voor de duur van maximaal zes maanden toegewezen, maar Z en R worden niet toegelaten tot de schuldsaneringsregeling. Verhuurder mag dus alsnog de ontruiming aanzeggen en doet dat ook (nadat eerst nog een hennepplantage uit het gehuurde is verwijderd). Omdat Z en R inmiddels zijn getrouwd, menen zij dat R niet hoeft te ontruimen. R is immers niet tot ontruiming veroordeeld en is door haar huwelijk van rechtswege medehuurster geworden. Na de ontbinding is volgens hen een verkapte huurovereenkomst blijven bestaan doordat aan de kernprestaties (het betalen van huur en het verschaffen van woongenot) is voldaan. Bovendien is sprake van een dusdanig ernstige medische situatie bij R, dat door executie van het vonnis een noodsituatie zal ontstaan. Verhuurder ziet graag vastgesteld dat het vonnis niet alleen voor R geldt, maar voor eenieder die zich ten tijde van de ontruiming in het gehuurde bevindt.

Het oordeel van de rechter

Volgens de rechter gaat het niet om een verkapte huurovereenkomst, nu de reden dat de ontruiming niet kort na de ontbinding van de huurovereenkomst heeft plaatsgevonden enkel is gelegen in het ingestelde moratorium. Het gevolg van het moratorium is dat de uitvoering van het vonnis voor de duur van dat moratorium (en de schuldsanering indien deze daarop volgt) wordt opgeschort. Ook de huurovereenkomst wordt voor de duur van het moratorium (en de schuldsanering als deze daarop volgt) verlengd. Zelfs ervan uitgaande dat R door haar huwelijk tijdens die verlengde huurovereenkomst van rechtswege medehuurder is geworden, kan dit niet baten, aangezien het moratorium is geëindigd zonder dat de schuldsaneringsregeling van toepassing is geworden. Daardoor is de ontbinding van de huurovereenkomst weer van kracht geworden en heeft een tijdens een moratorium verworven status van medehuurderschap geen rechtsgevolgen. Het medehuurderschap komt met terugwerkende kracht te vervallen en kan dan ook niet aan de executie van een al vóór het moratorium verkregen ontruimingsvonnis in de weg staan. De medische situatie van R (plaatsing van een maagband en diarree) is volgens de rechter niet van dien aard dat daardoor bij ontruiming een noodtoestand zal ontstaan. Z moet het gehuurde ontruimen en wel inclusief de zijnen en het zijne. (Uitspraak Rechtbank Amsterdam van 16 mei 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:3134)