Gemeente ruimt troep kraker op, eigenaar betaalt

Dat het pand was gekraakt, wist de eigenaar al jaren. Wanneer de laatste kraker zijn woonruimte in het pand verlaat, blijft hij wel het perceel gebruiken voor de opslag van goederen. Omdat door de hoeveelheid troep brandgevaar bestaat en de eigenaar niets aan de situatie doet, zorgt de gemeente uiteindelijk voor afvoer van alle goederen en afval. Zij spreekt vervolgens de eigenaar aan voor verhaal van de kosten.

De casus

Naar aanleiding van klachten van omwonenden inspecteert de gemeente het perceel van eigenaar A en constateert dat het pand zich in een zeer slechte staat bevindt. Bovendien worden het pand en de tuin gebruikt voor de opslag van goederen en afval. De gemeente gelast A, als overtreder, een einde te maken aan de overtreding en het pand in een staat te brengen die voldoet aan het Bouwbesluit, het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken en de Bouwverordening (bestuursdwang). Gebeurt dat niet, dan zal de gemeente daar zelf voor zorgen, op kosten van A. A tekent tevergeefs bezwaar aan tegen de beslissing van de gemeente en ook de rechtbank wijst zijn beroep af. A gaat daarom in hoger beroep. Hij is namelijk van mening dat hij niet als overtreder kan worden aangemerkt en alleen al om die reden de kosten niet op hem kunnen worden verhaald. Het pand was gekraakt en hij had het dus niet in zijn macht de overtreding te beëindigen. En zelfs al zou hij als overtreder kunnen worden beschouwd, stelt A, valt hem de overtreding niet te verwijten en is daarom geen kostenverhaal mogelijk.

Het oordeel van de rechter

De bestuursrechter ziet dat anders. A is eigenaar van het perceel en als zodanig diende hij ervoor zorg te dragen dat het Gebruiksbesluit en de Bouwverordening werden nageleefd. A heeft daaraan niet voldaan en valt daarom als overtreder aan te merken. Op grond daarvan is hij de kosten verbonden aan de toepassing van de bestuursdwang verschuldigd. Dat zou alleen anders kunnen zijn als A ten aanzien van de ontstane situatie geen verwijt valt te maken én bij het ongedaan maken van de illegale situatie sprake is van algemeen belang en daarom de kosten in redelijkheid niet of niet geheel voor rekening van A behoren te komen. Aan deze beide voorwaarden is hier niet voldaan. Op het moment van aanzegging van bestuursdwang werd het pand niet langer gekraakt, maar wel door een van de krakers voor de opslag van goederen gebruikt. A valt te verwijten dat hij geen actie heeft ondernomen om de situatie op zijn perceel te beëindigen, terwijl dit wel van hem mocht worden verwacht. De gemeente heeft onder toepassing van bestuursdwang het afval en de goederen afgevoerd, de goederen opgeslagen en deze na verloop van tijd vernietigd. De daarmee gemoeide kosten worden volgens de rechter terecht op A verhaald. Wat de hoogte van die kosten aangaat, krijgt A wel deels gelijk. Hoewel de kosten niet onredelijk hoog en ook marktconform worden geoordeeld, is een van de kostenposten niet door de gemeente onderbouwd en ook lager uitgevallen. Dat houdt in dat het betreffende besluit van de gemeente onzorgvuldig tot stand is gekomen en moet worden gecorrigeerd. De kosten na correctie – nog altijd een fiks bedrag – zijn voor rekening van A; de gemeente krijgt de rekening van de proceskosten. (Uitspraak Raad van State van 10 juli 2013, ECLI:NL:RVS:2013:202)