Huur contant in brievenbus, kwitanties ontbreken

Verhuurder heeft huurder verzocht de huur op zijn bankrekening over te maken, maar huurder betaalt de huur nog steeds in contanten. Hij overhandigt het geld niet persoonlijk, maar doet een envelop in de brievenbus van verhuurder. Voor de betalingen zijn geen kwitanties afgegeven.

De casus

Tussen huurder en verhuurder bestaat een mondelinge huurovereenkomst; de huurprijs bedraagt 1.500 euro per maand. Huurder is bijna een jaar gedetineerd geweest en heeft over een periode van zo’n vier jaar een huurachterstand laten ontstaan van 33.750 euro. De kantonrechter heeft op basis van de door verhuurder verstrekte specificatie van de schuld de huurovereenkomst ontbonden en huurder veroordeeld tot ontruiming van de woning en betaling van de achterstallige huur plus rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft volgens huurder ten onrechte geconcludeerd dat niet is gesteld en onderbouwd dat de huurspecificatie van verhuurder onjuist is, en dat geen bewijs is geleverd van het feit dat de huur altijd volledig is betaald. Huurder had de gelegenheid moeten krijgen om dat bewijs alsnog te leveren en verzoekt het hof opnieuw naar de zaak te kijken.

Het oordeel van de rechter

Verhuurder heeft de huurachterstand in detail gespecificeerd en het was aan huurder aan te tonen dat hij de huurpenningen wél heeft voldaan. Huurder heeft dat echter bij de kantonrechter niet gedaan en doet dat ook nu niet, aldus het hof. Van verhuurder mocht in dit geval niet worden verwacht dat hij huurder kwitanties afgaf terwijl huurder daar blijkbaar niet om heeft gevraagd. Huurder heeft niet aangegeven of hij eenmalig of herhaaldelijk om kwitanties heeft gevraagd, wat de reactie van verhuurder daarop was, of hij verhuurder ooit heeft aangesproken op het feit dat deze hem geen kwitanties verstrekte en, zo niet, waarom niet. Huurder stelt dat hij steeds de volledige huurbedragen heeft voldaan, behalve in de periode waarin hij gedetineerd is geweest. Gedurende die tijd zou de voormalig werkgever van huurder (broer van verhuurder) de huur voldoen ter aflossing van een schuld aan huurder, maar heeft dat niet gedaan. Dat die afspraak bestond en dat verhuurder daarmee heeft ingestemd, staat volgens het hof niet vast. De broer van huurder heeft inderdaad enkele bedragen voldaan, maar die bedragen staan op de huurspecificatie en zijn ook in mindering gebracht. Het aanbod van huurder dat een andere huurder – die eveneens in contanten betaalt en altijd samen met huurder naar het huis van verhuurder reed om de huur te gaan betalen – kan getuigen dat hij de huur wel degelijk heeft voldaan, vindt het hof als bewijsaanbod te mager. Huurder heeft namelijk niet aangeven dat die huurder ook kan verklaren over de hoogte van de huurbedragen die voor bepaalde maanden zouden zijn betaald. Het argument dat huurder door een (contante) bijdrage aan verhuurder mede-eigenaar van de huurwoning is, wijst het hof ook van de hand. Bovendien zou dat huurder niet ontslaan van de verplichting om huur te betalen. De kantonrechter is dus terecht tot ontbinding en ontruiming gekomen. Huurder kan zich voor een betalingsregeling tot de gemachtigde van verhuurder wenden. (Uitspraak Gerechtshof Amsterdam van 6 mei 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:1677)