Jaar gewacht én nog geen concrete plannen

Omdat met huurders altijd overeenstemming wordt bereikt over hun vertrek, wacht verhuurster af in plaats van de ontbinding van de huurovereenkomst met huurder te vorderen. Wanneer de tijd begint te dringen, spant verhuurster alsnog een kort geding aan om de woning snel vrij te krijgen voor de sloop. Dat zij destijds niet meteen actie heeft ondernomen, vormt normaliter namelijk geen belemmering voor het aannemen van een spoedeisend belang. Tijdig-verhuizen-heeft-zo-zijn-voordelen-650x417

De casus

Het complex verkeert in een slechte bouwkundige staat en wordt niet gerenoveerd maar gesloopt. Verhuurster wil daarnaast ook de leefbaarheid, kwaliteit en veiligheid van de wijk aanpakken. De huurovereenkomst met huurder is ruim van tevoren opgezegd, maar huurder heeft al meteen aangegeven niet akkoord te zijn. Verhuurster besluit nog geen vordering tot ontbinding en ontruiming in te stellen, omdat zij verwacht dat partijen tot overeenstemming zullen komen. Huurder blijft echter de aangeboden vervangende woonruimte weigeren. Inmiddels zijn alle woningen op twee na ontruimd en verlaten, en is de kwestie urgent. De sloopmelding kan pas gedaan worden na een asbestonderzoek en dat kan alleen worden verricht in onbewoonde woningen. Het gaat om kostbaar uitstel. Volgens huurder is een kort geding niet de aangewezen weg, omdat er geen spoedeisend belang is. Verhuurster weet al heel lang dat zij de woning van huurder wil slopen en heeft de huurovereenkomst al meer dan een jaar geleden opgezegd. Verhuurster had dan ook een bodemprocedure moeten instellen om tot beëindiging van de huurovereenkomst te komen. Verhuurster heeft hiervoor niet gekozen en wil nu op het allerlaatste moment bewerkstelligen dat huurder via een kort geding procedure de woning maar even snel moet ontruimen. Huurder vindt dat zijn belang zwaarder weegt dan het belang van verhuurster bij het voorkomen van vertraging.

Het oordeel van de rechter

Verhuurster heeft ondanks de weigering van huurder geen procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst ingesteld, omdat zij op basis van ervaringen uit het verleden in soortgelijke gevallen er vanuit is gegaan dat men tot overeenstemming zou komen over het vertrek van huurder uit de woning. Die afwachtende houding verdraagt zich volgens de kantonrechter moeilijk met deze ontruimingsvordering in kort geding. Bovendien verzoekt verhuurster om ontruiming binnen acht dagen, terwijl nog niet eens een sloopmelding is gedaan of een aannemer en architect bekend is. Er is alleen een quick scan flora & fauna en een verkennend veldonderzoek gepland. Verhuurster heeft een jaar gewacht én nog geen concrete plannen om op korte termijn met de werkzaamheden te beginnen, aldus de rechter. Er is dus geen urgentie en huurder hoeft niet meteen te ontruimen. De kantonrechter wijst huurder er overigens wel op dat hij misschien deze eerste slag van verhuurster heeft gewonnen, maar dit niet betekent dat hij tot in lengte van dagen op zijn huidige stek kan blijven zitten. Huurder kan zijn ogen niet sluiten voor het feit dat vrijwel alle woningen leeg en ontruimd zijn en dat ook zijn woning aan de sloophamer ten prooi zal vallen. Huurder geeft daarop ter zitting aan dat hij (nu) wel bereid is naar een ander passend huis te verhuizen. (Uitspraak Rechtbank Overijssel van 29 juni 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:3076)