Maar de tweede slag is voorlopig voor de krakers
Tegen de recente beslissing van de Amsterdamse voorzieningenrechter dat de aangekondigde strafrechtelijke ontruimingen mochten doorgaan, is door de krakers spoedappel ingesteld. Gezien de voortvarendheid waarmee de gemeente de ontruimingen wilde uitvoeren, heeft het gerechtshof Amsterdam bij wijze van voorlopige voorziening bepaald dat gedurende de periode dat het hoger beroep loopt niet mag worden ontruimd. Tegelijkertijd is door het gerechtshof Den Haag een aantal ontruimingen verboden (uitspraak nog niet gepubliceerd). In de Haagse zaak volgt waarschijnlijk beroep in cassatie; het Amsterdamse hof moet eerst nog een definitief oordeel over de kwestie vellen.
De casus
De voorzieningenrechter heeft in eerste instantie de vordering van het collectief van krakers om de ontruiming te verbieden afgewezen (Zie Eerste slag in strijd om kraakverbod is voor de Staat). Na de aankondiging van de gemeente dat de betrokken panden tezamen met de andere kraakpanden in Amsterdam zouden worden ontruimd, hebben de krakers in afwachting van de behandeling van hun beroep om een voorlopige voorziening gevraagd. De Staat bleek namelijk niet bereid de ontruiming op te schorten. De krakers vragen het gerechtshof daarom in ieder geval gedurende de periode dat het hoger beroep loopt ontruiming te verbieden. De krakers achten hun belangen om de uitspraak in hoger beroep af te wachten van meer gewicht dan de belangen van de Staat bij onmiddellijke ontruiming. De Staat meent dat geen sprake is van een zogeheten misslag of noodtoestand en dat, zo er al een belangenafweging moet plaatsvinden, deze in zijn voordeel moet uitvallen.
Het oordeel van de rechter
Het hof merkt op dat de Staat niet over een titel beschikt die hem machtigt de ontruiming ook in het geval van hoger beroep zonder meer door te zetten, en kijkt naar de belangen van beide partijen. De beslissing van de voorzieningenrechter om het door de krakers gevraagde verbod af te wijzen is daarbij zeker relevant, maar dat zijn ook de volgende omstandigheden: de krakers hebben een huisrecht, dat niet of in elk geval niet voldoende door de Staat is betwist; ontruiming is de meest vergaande inbreuk op dat fundamentele recht; en de gevolgen van ontruiming zijn onomkeerbaar (bij kraak wordt het huisrecht ten opzichte van de eigenaar veelal op onrechtmatige wijze verkregen en ligt herstel in de oude toestand dus niet voor de hand). Een bijzondere omstandigheid vormen de principiële bezwaren tegen zeer recente maatschappelijk niet onbestreden gebleven wetgeving, waarin een ingrijpende beperking aan het huisrecht wordt gegeven, waaraan belangrijke verdragsrechtelijke aspecten kleven. Deze bijzondere omstandigheid klemt temeer omdat die wetgeving als voorafgaande rechterlijke toets alleen een civielrechtelijk kort geding voorziet. Het hof acht het daarom niet uitgesloten dat de principiële bezwaren tegen de wetgeving kans van slagen hebben. Aangezien het pand reeds begin dit jaar is gekraakt en de Staat als eigenaar geen civielrechtelijke actie heeft ondernomen, is uitstel van een eventuele ontruiming slechts beperkt van aard. Dat uitstel wordt daarom door het hof verleend: geen ontruiming totdat er een definitief oordeel is. (Uitspraak Gerechtshof Amsterdam van 8 november 2010, LJN BO3249)