Onzorgvuldige afspraken: beroep op huurrechten!

Huurder is niet meer welkom op zijn oude adres en verhuurder brengt hem tijdelijk onder in een andere huurwoning met de bedoeling zo snel mogelijk alternatieve woonruimte te vinden. De afspraken die met betrekking tot de ongebruikelijke woonsituatie zijn gemaakt, staan in een door huurder ondertekende brief van verhuurder. Partijen verschillen vervolgens van mening over hun contractuele relatie.

De casus

Huurder verlaat na een schietincident zijn huurwoning en neemt zijn intrek in een andere woning van verhuurder. In de briefwisseling tussen verhuurder en huurder is vastgelegd dat huurder gedurende maximaal één maand (zonder schriftelijke overeenkomst) kosteloos op het nieuwe adres kan verblijven, als huurder de huur van de voormalige huurwoning zelf opzegt. Het is de bedoeling dat huurder alle aangeboden woningen bekijkt, ook al voldoen ze niet helemaal aan zijn woonwensen. Het lukt kennelijk niet om passende woonruimte te vinden en huurder blijft nog drie maanden in de woning wonen, tegen betaling van 453 euro per maand. Verhuurder vordert in deze procedure het vertrek van huurder, omdat deze zonder recht of titel in de woning verblijft. Het ging volgens verhuurder om zeer tijdelijke huisvesting op basis van een bruikleenovereenkomst. De eerste maand was dat gebruik om niet en vervolgens voor een niet marktconforme gebruiksvergoeding. Aan de overeenkomst is inmiddels een einde gekomen. Huurder ontkent dat sprake is van een bruikleenovereenkomst. De terbeschikkingstelling om niet van de woning door verhuurder is na een maand omgezet in een reguliere huurovereenkomst voor onbepaalde tijd, met een huurprijs van 495 euro per maand inclusief servicekosten, gelijk aan de huurprijs van de oude woning.

Het oordeel van de rechter

De woning is de eerste maand om niet aan huurder ter beschikking gesteld en huurder moest na die tijd verhuizen. Bij gebreke van alternatieve woonruimte zou verhuurder bekijken of en onder welke voorwaarden een verlengd verblijf in de woning mogelijk was. De huidige situatie is door partijen echter niet geregeld, en verhuurder heeft aan het verlengde verblijf geen consequenties verbonden, zoals een aanzegging ontruiming. Huurder betaalt voor het verlengde verblijf in de woning een maandelijks bedrag van 453 euro. Omdat niet duidelijk is dat het nog steeds om een tijdelijke situatie gaat, meent de rechter dat tussen verhuurder en huurder een huurovereenkomst bestaat. Is die huurovereenkomst geëindigd? Er is in ieder geval geen sprake van huur voor bepaalde tijd, die automatisch is geëindigd. Om de huurovereenkomst te doen eindigen is dus een opzegging vereist, en ook de schriftelijke aanvaarding door huurder van die opzegging. Er is geen formele opzegging, verhuurder heeft in de bewuste brief enkel bepaalde mededelingen gedaan. Zelfs al zouden die mededelingen zijn aan te merken als een opzegging, ontbreekt nog de schriftelijke aanvaarding door huurder. Omdat ook een beëindigingsovereenkomst ontbreekt, moet de conclusie luiden dat de huurovereenkomst niet is geëindigd. Tot slot gaat het niet, zoals verhuurder stelt, om een bijzondere huurovereenkomst die naar zijn aard slechts van korte duur is. Er is namelijk niet uitdrukkelijk een einddatum overeengekomen en ook zijn in dat verband en over de te accepteren woning geen nadere afspraken gemaakt. De vordering van verhuurder wordt afgewezen. (Uitspraak Rechtbank Rotterdam van 30 maart 2012, LJN BW6175)