Toelichting huishoudinkomen

In het kader van de Europese beschikking met betrekking tot de inkomensgrens voor huisvesting in de sociale sector (en ook voor antikraakwoningen of Leegstandwetwoningen van corporaties) gelden de volgende toetsregels:

1. De huisvestende partij (corporatie of leegstandbeheerder) dient zich naar redelijkheid ervan te gewissen welk gezamelijk verzamelinkomen de nieuwe huurders naar schatting zullen genieten in het jaar van aanvang van de huurovereenkomst.
2. Definitie toetsinkomen: het verwachte gezamelijke verzamelinkomen van woningzoekende en partner die medebewoner wordt in het jaar waarin het huurcontract zal worden getekend.
3. Inkomens van minder- en meerderjarige kinderen kunnen buiten beschouwing worden gelaten.
4. Corporatie of leegstandbeheerder kan woningzoekende en eventuele partner verzoeken een IB60-formulier over 2010 of 2009 aan te vragen bij de Belastingdienst en te overleggen, tenzij een aanslag IB over één van deze jaren kan worden overlegd.
5. Ter bepaling van het toetsinkomen worden verzamelinkomens uit jaar 2010 resp. 2009 geïndexeerd met index I1 (=1,0186) resp. index I2 (1,0366). Deze indices hebben betrekking op de gemiddelde inkomensstijging van de afgelopen 1 resp. 2 jaren. De hoogten van I1 en I2 worden jaarlijks door het Rijk gepubliceerd.

Is het inkomen op basis van de aanslag IB (inkomstenbelasting) of het IB60-formulier wezenlijk veranderd sindsdien, dan dient de woningzoekende een inkomensverklaring op te stellen met minimaal de volgende elementen:
1. Oorzaak inkomensverandering (andere baan, pensioen, ontslag etc.)
2. Geschatte omvang (vakantiegeld, 13e maand, inkomsten uit vermogen etc.)