Totaalverbod: geen diner of andere activiteiten in de hal!

De huurdersvereniging organiseert allerlei activiteiten in gemeenschappelijke ruimten van het seniorencomplex: behalve jaarlijkse borrels is er een maandelijkse koffieochtend en wordt sporadisch een modeshow of voetbalkijken georganiseerd. Alleenstaande ouderen vereenzamen zo niet en bovendien betalen de bewoners voor die ruimten, dus mogen ze daarvan ook gebruik maken, aldus de vereniging.

De casus

In het verleden heeft verhuurster onder bepaalde voorwaarden toestemming gegeven voor activiteiten in gemeenschappelijke ruimten van het complex. Niet alle huurders zijn echter van die activiteiten gediend. Na klachten over geluidsoverlast en verstoring van privacy en woongenot heeft verhuurster daarom geprobeerd met de huurdersvereniging afspraken te maken. De vereniging is echter van mening dat de huurders een exclusief gebruiksrecht hebben en dus geen toestemming is vereist. De gemeenschappelijke ruimten zijn onderdeel van de gehuurde woonruimte en de huurders kunnen zelf bepalen wie toegang heeft tot het gehuurde en hoe zij deze ruimten gebruiken. Verhuurster meent daarentegen dat de huurders alleen hun woning huren en niet de gemeenschappelijke ruimten. Van die ruimten hebben zij slechts het medegebruik en geen zeggenschap. Wanneer de vereniging een driegangendiner in de hal organiseert ondanks dat verhuurster heeft laten weten daarvoor geen toestemming te verlenen, is voor verhuurster de maat vol. Zij verzoekt de rechter te verklaren dat de algemene ruimten alleen mogen worden gebruikt als zogeheten verkeersruimte, tenzij voor een afwijkend gebruik toestemming is verleend.

Het oordeel van de rechter

De gemeenschappelijke ruimten behoren wel tot het gehuurde, merkt de rechter op, maar moeten worden gebruikt volgens hun bestemming. Voor een afwijkend gebruik is de toestemming van verhuurster vereist. De bestemming kan niet zonder voorafgaand overleg op door huurders gewenste tijdstippen terzijde worden geschoven. De binnenplaats/hal is niet bedoeld als recreatieruimte, maar is (onder meer met het oog op de bouwkundige inrichting) een belangrijke verkeersruimte. Dat in het verleden voor bepaalde activiteiten toestemming is verleend, heeft niet de bestemming gewijzigd. Verhuurster heeft ook niet de verwachting gewekt dat daar zonder haar toestemming activiteiten mogen worden georganiseerd. Om kort te gaan, het is duidelijk dat verhuurster moet waken over de (veiligheids)belangen van huurders en eventuele bezoekers, dat een eerder verbod op een bepaalde activiteit niet is gerespecteerd en dat de openbare ruimtes de bestemming verkeersruimte hebben. De rechter verklaart voor recht dat het medegebruik van de gemeenschappelijke ruimten in het complex (galerijen, gangen, trappenhuizen en de op de tweede verdieping van het complex gelegen binnenplaats) zich beperkt tot het komen en gaan naar het van verhuurster gehuurde appartement. Het is huurders voortaan verboden de in het complex gelegen gemeenschappelijke ruimten anders te gebruiken dan als hal annex verkeersruimte, tenzij verhuurster voor het afwijkend gebruik toestemming verleent. Op overtreding van het verbod stelt de rechter een dwangsom van 500 euro. (Uitspraak Rechtbank Limburg van 13 november 2013, ECLI:NL:RBLIM:2013:12813)