Van weddingplanner naar gastouder?

De opvang van kinderen als gastouder in de huurwoning is niet toegestaan, tenzij de verhuurder daarmee instemt. Heeft de huurder in dit geval aan de verhuurder voorafgaande schriftelijke toestemming voor gastouderactiviteiten in de woning gevraagd, zoals de algemene huurvoorwaarden voorschrijven?

De casus

Een aantal jaren geleden heeft huurster verhuurster gevraagd of zij een internetbedrijf als weddingplanner vanuit de woning mocht voeren. Huurster zou geen cliënten in de woning ontvangen. Verhuurster heeft voor die specifieke activiteit toestemming verleend. Vervolgens heeft huurster zich in het handelsregister ingeschreven met twee handelsnamen: Mama’s Day-Care en Your Personal Weddingplanner. Bij de handelsnamen zijn behalve het organiseren van bruiloften ook “kinderopvang” en “overige specialistische zakelijke dienstverlening gastouder” als activiteiten vermeld. Huurster is als gastouder tegen betaling kinderen van derden in de woning gaan opvangen. Verhuurster heeft huurster na ontdekking gesommeerd het gastouderschap vanuit de woning te beëindigen. Daarop heeft huurster wel de inschrijving van haar eenmanszaak Mama’s Day-Care in het handelsregister laten opheffen, maar niet het gastouderbedrijf in de woning beëindigd. Verhuurster vordert daarom via de rechter de beëindiging van dat bedrijf en de opvang van kinderen in het gehuurde, en ook de ontbinding van de huurovereenkomst. Het (als gastouder) opvangen van kinderen in de woning is immers in strijd met de woonbestemming en met het vereiste van goed huurderschap. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen.

Het oordeel van de rechter

In hoger beroep gaat het opnieuw om de vraag of huurster in de woning als gastouder kinderen van derden mag opvangen. Het hof stelt voorop dat het gehuurde uitsluitend mag worden gebruikt als woonruimte voor huurster en haar gezin. De opvang van kinderen van derden valt daar niet onder, zodat de toestemming van verhuurster is vereist. Die toestemming is echter niet verleend. Verhuurster heeft groot belang bij een gebruik overeenkomstig de woonbestemming en het voorkomen van precedentwerking en mogelijke overlast voor omwonenden. Het structureel opvangen van kinderen vergroot het risico op overlast. Huurster heeft daarentegen alleen een zuiver financieel belang en heeft niet aangetoond dat zij enkel door oppasactiviteiten in de woning inkomsten zou kunnen genereren. En ook al zou huurster haar oppasactiviteiten beperken tot een bepaald aantal kinderen of uren, is dit niet voldoende om de belangen van verhuurster opzij te zetten. Het hof gelast huurster daarom het voeren van een gastouderbedrijf vanuit het gehuurde en het opvangen van kinderen van derden binnen twee weken te eindigen en beëindigd te houden, op straffe van een dwangsom. Houdt huurster zich niet aan de uitspraak, dan heeft dat alsnog ontbinding en ontruiming tot gevolg. (Uitspraak Gerechtshof Den Haag van 14 april 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:749)