Wisselwinkel is eindpunt voor huurder

Huurder neemt het niet zo nauw met de betaling van de huur. Tijdens de renovatie van het gehuurde betrekt huurder tijdelijk een zogeheten wisselwinkel. Huurder betaalt nog steeds niet op tijd en verhuurder weigert vervolgens de gerenoveerde winkel op te leveren. Ook op andere punten heeft huurder niet aan zijn verplichtingen voldaan. Het is dus de vraag of dit alles de ontbinding van de huur en ontruiming rechtvaardigt, en of het tekortkomen in een van de beide huurovereenkomsten ook gevolgen heeft voor de andere overeenkomst.

De casus

Tijdens de renovatie van winkelpand A verhuist huurder voor een periode van vier maanden naar een wisselwinkel. De huurovereenkomst voor pand A is niet beëindigd. Wanneer de renovatie is voltooid, wil verhuurder pand A niet aan huurder beschikbaar stellen. De huur van de wisselwinkel is tijdig opgezegd en deze huurovereenkomst is tot een einde gekomen. Huurder heeft de wisselwinkel niet ontruimd, omdat verhuurder hem niet langer wil toelaten tot het gerenoveerde pand A. Verhuurder vordert de ontbinding van de huurovereenkomst voor pand A en de betaling van diverse bedragen, waaronder huurpenningen en contractuele boetes. Verhuurder vordert ook de ontruiming van de wisselwinkel en de betaling van achterstallige huurpenningen. Huurder zegt bereid te zijn de vervangende ruimte te ontruimen als verhuurder pand A oplevert. Als huurder namelijk moet ontruimen en niet in staat wordt gesteld pand A te betrekken, wordt het voeren van de onderneming onmogelijk en wordt huurder brodeloos gemaakt.

Het oordeel van de rechter

De huur van de wisselwinkel is geëindigd, zodat voor deze winkel de ontruimingsvordering in beginsel toewijsbaar is. De kantonrechter merkt op dat beide overeenkomsten niet los van elkaar kunnen worden gezien. Huurder is op diverse punten tekortgeschoten in een behoorlijke nakoming van die beide huurovereenkomsten. Ondanks een eerder vonnis is opnieuw en herhaaldelijk sprake geweest van een huurachterstand. Ook na verhuizing naar de wisselwinkel heeft huurder weer een achterstand laten ontstaan. Pas tijdens deze procedure is huurder tot betaling overgegaan. Dat de huur nu is voldaan, neemt niet weg dat sprake is geweest van een zeer langdurig en structureel te laat betalen. Behalve de vrijwel voortdurende huurachterstand, heeft huurder niet meegewerkt aan bezichtigingen, heeft hij zonder toestemming van verhuurder een rolluik aangebracht en de etalage niet altijd naar behoren ingericht. Hij heeft daarmee afbreuk gedaan aan de inspanningen van verhuurder om het winkelbestand weer op een behoorlijk niveau te brengen. Gelet op alle omstandigheden moet het belang van huurder om een winkel te kunnen blijven huren, wijken voor het belang van verhuurder om te kunnen rekenen op een behoorlijke nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. De huurovereenkomst voor pand A wordt daarom ontbonden. De huurovereenkomst voor de wisselwinkel is al tot een einde gekomen en huurder dient de ruimte binnen één maand te ontruimen. Behalve een boete voor het overtreden van de afspraak over de openingstijden wijst de rechter ook de verzuimboete van 300 euro per maand toe. Voor matiging of maximering is geen grond, omdat de boete in dit geval niet tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. (Uitspraak Rechtbank Rotterdam van 15 juli 2011, LJN BU5819)