Regentenkamer geen onderdeel van hofjeswoning

Let op: Interveste is overgenomen door Gapph. Verwijzingen naar diensten en activiteiten van Interveste kunnen inmiddels zijn vervallen.

‘Hierbij deel ik je mee dat ik de voormalige entree en de regentenkamer in gebruik ga nemen als galerie annex expositieruimte.’ Huurder meent dat hij de ruimten als onderdeel van het gehuurde mag gebruiken voor het exposeren van schilderijen. Verhuurder wil dat huurder ontruimt en ook illegale bouwsels verwijdert.

De casus

De huurwoning is een 2-kamer hofjeswoning, onderdeel van een rijksmonument. Het gebouw bestaat uit 11 woningen, een gemeenschappelijke gang en een Regentenkamer. Al sinds jaar en dag bestaat er een geschil tussen verhuurder en huurder over een door deze laatste geplaatste erfafscheiding. Huurder heeft ook zonder toestemming de Regentenkamer en de gemeenschappelijke gang in gebruik genomen voor zijn schilderijen. Ondanks sommaties is dat gebruik niet gestaakt en is ook de erfafscheiding niet verwijderd. De gemeente heeft de Regentenkamer aangewezen als trouwlocatie, maar de handelwijze van huurder maakt dat gebruik onmogelijk.   De Regentenkamer maakt volgens verhuurder geen deel uit van het gehuurde of bijbehorende voorzieningen (“onroerende aanhorigheden”). De Regentenkamer is afgesloten en bewoners moeten toestemming vragen voor het gebruik. Bovendien is een gebruik als expositie- en/of opslagruimte in strijd met de bestemming en het monumentale karakter van het gebouw. Ook heeft huurder twee illegale afscheidingen geplaatst op het gemeenschappelijke pad dat als toegangsweg naar de woningen dient. Deze belemmeren de doorgang, waardoor het toegangspad zijn oorspronkelijke functie heeft verloren. Verhuurder vordert de ontruiming van de Regentenkamer en de gang, en de verwijdering van de door huurder geplaatste bouwsels.

Het oordeel van de rechter

Uit de huurovereenkomst blijkt dat het gehuurde een ‘2-kamer hofjeswoning’ is; niet dat de Regentenkamer en de gemeenschappelijke gang tot het gehuurde behoren. Verhuurder heeft met de gemeente een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de Regentenkamer, die nu is aangewezen als trouwlocatie. Huurder heeft net als de andere bewoners gedurende een bepaalde periode gebruik kunnen maken van die ruimte, maar heeft niet steeds het feitelijke en exclusieve gebruik daarvan gehad. De kantonrechter is daarom van oordeel dat de Regentenkamer niet behoort tot het gehuurde en evenmin is aan te merken als een onroerende aanhorigheid. De Regentenkamer is niet fysiek verbonden met de woning en ook geen voorziening die gebruikelijk is voor een woning. In de huurprijs is geen component voor het gebruik van die ruimte begrepen. Vaststaat dat huurder de Regentenkamer en de gemeenschappelijke gang gebruikt voor expositie en opslag. Toestemming voor dat gebruik ontbreekt en het is bovendien in strijd met de bestemming. De erfafscheidingen (schutting en houten kast) belemmeren de doorgang op het pad vlak langs de woningen en zijn in strijd met de algemene huurbepalingen. Huurder moet de Regentenkamer en gang ontruimen en de bouwsels verwijderen, op straffe van een dwangsom. (Uitspraak Rechtbank Haarlem van 29 maart 2012, LJN BW0583)