Verhuizing van 10 meter zet vonnis buitenspel

De krakers in deze zaak dachten op slimme wijze het kraakverbod te omzeilen door een stuk grond in plaats van een gebouw te bezetten. De rechter besloot toch tot ontruiming. Vernuftiger was de wijze waarop ze zich – in elk geval tijdelijk – aan de uitvoering van het ontruimingsvonnis wisten te onttrekken. Een verhuizing van slechts luttele meters was voldoende om vonnis en deurwaarder buitenspel te zetten.

De casus

Krakers hebben hun tenten opgeslagen op een braakliggend terrein naast een vuilstortplaats. Het terrein, dat uit een aantal verschillende percelen bestaat, heeft geen woonbestemming en de afvalverwerker is door de provincie gemaand een einde aan het “kamperen” te maken, op straffe van een dwangsom. De krakers hebben niet voldaan aan de sommaties om de bezette percelen te verlaten en zijn gedagvaard. De rechter heeft bepaald dat de krakers binnen veertien dagen moeten vertrekken. In het vonnis is ter identificatie van de beide percelen behalve het adres ook de kadastrale aanduiding gegeven.   Het vonnis is betekend en de ontruiming gepland. Op de dag van ontruiming moet de deurwaarder constateren dat de krakers hun kamp 10 meter hebben verschoven, naar een aangrenzend perceel dat niet als zodanig in het vonnis is genoemd. De deurwaarder legt de rechter de vraag voor of het eerste vonnis wel kan worden uitgevoerd. Die antwoordt ontkennend. Niet alleen de aanduiding van het adres als zodanig is bepalend, aldus de rechter, maar zeker ook de daarbij gegeven kadastrale aanduidingen. De krakers hebben de in het vonnis genoemde percelen in feite al ontruimd. Er zit niets anders op dan de rechter met spoed een nieuw vonnis te vragen.

Het oordeel van de rechter

Het spoedeisend belang van de eigenaar volgt volgens de rechter alleen al uit de aard van de vordering. Een eigenaar hoeft immers een onrechtmatige inbreuk op zijn eigendomsrecht niet te dulden. Het argument dat de afvalverwerking gewoon doorgaat en niemand last van de krakers zou hebben, acht de rechter onvoldoende om het belang van de eigenaar bij een ontruiming opzij te zetten. Bovendien is het niet zo dat de eigenaar wel wat langer kan wachten, zoals de krakers stellen, omdat de ontruiming – nota bene door de actie van de krakers zelf – nog steeds niet heeft plaatsgevonden en nog geen last onder dwangsom is opgelegd. Het terrein is nog steeds gekraakt, stelt de rechter vast, en de dreiging van de last onder dwangsom bestaat ook nog steeds. Behalve een spoedeisend belang heeft de eigenaar daarom een zwaarwegend belang bij een spoedige ontruiming van de percelen. De krakers krijgen een week de tijd om de opstallen van de percelen te verwijderen en het terrein te verlaten. In het vonnis worden wijselijk alle percelen van het terrein genoemd.   (Uitspraak Rechtbank Groningen van 3 december 2010, LJN BQ4229; zie ook LJN BQ4222 en BQ4215)