Vochtproblemen aan huurder zelf te wijten

Verhuurster heeft van de Huurcommissie geen uitnodiging gekregen voor de zitting die op verzoek van huurster heeft plaatsgevonden, en heeft haar standpunt niet kunnen verdedigen. De Huurcommissie heeft de huurprijs “bij verstek” verlaagd tot 40% van de maximale huurprijs.

De casus

De Huurcommissie heeft haar beslissing gebaseerd op een intern rapport, waarin van ernstige lekkage, vochtplekken en schimmelvorming wordt gesproken. De vochtplekken op de muren van woonkamer en keuken vinden volgens het rapport hun oorzaak in een lekkage vanuit de afvoer van de douchebak, en de schimmelvorming en hoge vochtigheid van het stucwerk in de trapkast is veroorzaakt door een inmiddels gerepareerde lekkage van de waterleiding. Volgens de Huurcommissie is het opheffen van de gevolgschade de verantwoordelijkheid van verhuurster. Huurster vordert in dit kort geding de veroordeling van verhuurster om de door de Huurcommissie vastgestelde gebreken te herstellen. Huurster heeft meermaals bij verhuurster melding gemaakt van een lekkage en ernstige schimmelvorming in het gehuurde en toen de gebreken ook daarna nog niet verholpen waren, heeft de rechtsbijstandverlener van huurster verhuurster gesommeerd tot herstel ervan. Aangezien herstel desondanks uitbleef, aldus huurster, is de procedure bij de Huurcommissie gestart. Die procedure heeft geleid tot bovengenoemde uitspraak. Verhuurster zegt helemaal geen uitnodiging van de Huurcommissie te hebben ontvangen om bij het voorbereidend onderzoek en de hoorzitting te verschijnen. Pas in dit kort geding is verhuurster van de uitspraak op de hoogte geraakt.

Het oordeel van de rechter

Het is volgens de rechter duidelijk dat verhuurster door de Huurcommissie niet in de gelegenheid is gesteld om de oorzaak van de vochtproblemen en de vraag voor wiens rekening de kosten van herstel moeten komen toe te lichten. Daarom moet in dit kort geding alsnog worden beoordeeld of het om gebreken gaat die verhuurster moet verhelpen. Volgens verhuurster is destijds bij inspectie van de kruipruimte onder de badkamer en de douchebak van het gehuurde gebleken dat zowel de schroef van de afvoer als het afdichtingsrubber waren verwijderd. In de sifon werden veel haar, wattenstokjes en zelfs een frietvorkje aangetroffen. Het putje was al geruime tijd vóór de inspectie losgedraaid en al die tijd kon water vanuit de douchebak de kruipruimte en de naastgelegen muur instromen, waardoor waterschade en schimmelvorming is ontstaan. Verhuurster heeft de afvoer van de douchebak wel hersteld, maar op dat moment waren de muren al zeer vochtig of zelfs nat en werd bovendien de woning niet voldoende geventileerd. Het duurt dan lang voordat de muren droog genoeg zijn om het stuc- en schilderwerk te kunnen herstellen. Huurster heeft in deze procedure alleen verwezen naar het onderzoeksrapport van de Huurcommissie, waarin overigens staat dat de oorzaak van de gebreken “zeer vermoedelijk” een lekkage is in de afvoer van de douchebak. Gezien de uitgebreide toelichting die verhuurster heeft gegeven (die door huurster niet is betwist), kan volgens de rechter enkel op basis van dat rapport niet worden aangenomen dat het om gebreken gaat die niet huurster zelf, maar verhuurster zou moeten verhelpen. Huurster krijgt niet de door haar gevraagde voorlopige voorziening en moet de proceskosten betalen. (Uitspraak Rechtbank Limburg van 7 april 2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:2831)