Inboedel sloopwoning past niet in vervangende woonruimte

Let op: Interveste is overgenomen door Gapph. Verwijzingen naar diensten en activiteiten van Interveste kunnen inmiddels zijn vervallen.

Verhuurder wil onder aanbieding van vervangende woonruimte aan huurder overgaan tot sloop van de woning van huurder. Er worden afspraken gemaakt over het leegruimen van de woning door verhuurder, maar huurder heeft niet aangegeven dat hij ‘iets’ meer spullen heeft dan de gemiddelde huurder. Verhuurder moet daarom het grootste deel van de inboedel bij het verhuisbedrijf opslaan. Hoe nu een einde te maken aan deze tijdelijke situatie en wie moet voor welke kosten opdraaien? Huurder vordert in kort geding overbrenging naar zijn nieuwe woning, of in ieder geval naar een opslagruimte dichtbij.

De casus

De sloopaanzegging is al begin 2008 gedaan, maar ondanks het aanbod van vervangende woonruimte heeft huurder zich verzet door het voeren van procedures. Het hele blok staat al bijna leeg en verhuurster vordert een veroordeling tot ontruiming. Partijen komen in april 2010 ten overstaan van de kantonrechter overeen dat huurder binnen een week naar een andere woning zal verhuizen. Verhuurster organiseert de verhuizing en vergoedt naast de reguliere verhuiskostenvergoeding nog eens een bedrag van 600 euro. Huurder protesteert niet tegen de geoffreerde bedragen. De woning blijkt tjokvol met verzamelde voorwerpen en huisvuil. Het grootste deel van de inboedel gaat in opslag bij het verhuisbedrijf. Overleg over of een selectie van de inboedel was niet mogelijk; men is noodgedwongen met inpakken begonnen bij de voordeur en al werkend verder het huis ingegaan. Uiteindelijk zijn 30 verhuisdozen naar de nieuwe woning gegaan, 780 dozen in opslag en 40 m3 vuil naar de stort. De kosten bedragen het drievoudige van de offerte en huurder wil alleen betalen voor opslag dichter bij huis. Verhuurder moet zijn inboedel maar overbrengen naar zijn nieuwe (bijna lege) huis. Verhuurder meent echter dat die volstrekt niet in de nieuwe woning past. Ondanks dat huurder helemaal niet meer naar zijn spullen heeft omgekeken, mag hij van verhuurder rustig datgene selecteren wat hij uit opslag wil hebben. Verhuurder wil van de (dure) opslagverplichting worden bevrijd en vordert vergoeding van de voorgeschoten kosten.

Het oordeel van de rechter

Beide partijen hebben volgens de rechter schuld aan de ontstane situatie. Huurder heeft van zijn huis een pakhuis in plaats van een woonhuis gemaakt en bij de onderhandelingen destijds niet gemeld dat hij ‘iets’ meer spullen had dan gebruikelijk. Verhuurder had zich van de gigantische inboedel overigens bewust kunnen zijn, nu daarover al eerder een procedure was gevoerd. Dat de verhuizer zich volledig heeft verkeken en te laag heeft geoffreerd, is een zaak tussen verhuurder en die verhuizer. Verhuurder had zich gewoon aan de offerte moeten houden. Huurder heeft weliswaar geen actie ondernomen en gewacht tot verhuurder zijn probleem zou oplossen, maar verhuurder had met hem moeten overleggen over de meest praktische plaats van opslag. Huurder mocht op grond van de ‘offerte’ verwachten dat zijn dagelijks te gebruiken zaken naar zijn nieuwe woning zou worden overgebracht, dat het restant zou worden opgeslagen en dat de meerkosten van de verhuisoperatie maximaal 1.550 euro zouden bedragen. Verhuurder is tekort geschoten door slechts een kleine, willekeurige selectie uit de inboedel af te leveren in de nieuwe woning. Omdat de zaken niet zijn uitgesorteerd, moet de gehele inboedel binnen korte tijd op kosten van verhuurder worden overgebracht naar een voldoende grote opslag in de buurt van de nieuwe huurwoning. Huurder zijnerzijds moet garant staan voor organisatie en kosten van die nieuwe opslag. Doet hij dat niet vóór een bepaalde datum, dan is verhuurder van zijn verplichting bevrijd. Omdat beide partijen volgens de rechter ‘boter op hun hoofd’ hebben, dient ieder de eigen kosten te dragen. (Uitspraak Rechtbank Groningen van 15 november 2010, LJN BO8981)