Politie hoeft niet aan te bellen

Is huurster aansprakelijk voor schade als gevolg van een politie-inval die zijn oorsprong vindt in het criminele gedrag van haar zoon? Van belang is of huurster een verwijt valt te maken en of de veroorzaakte schade aan haar valt toe te rekenen. Als het criminele gedrag niets met het gehuurde te maken heeft of de politie-inval niet terecht was, is huurster niet aansprakelijk.

De casus

De zoon van huurster is door een arrestatieteam van de politie aangehouden in het gehuurde. Bij die inval is de voordeur van de woning geforceerd. Het ging om een rechtmatige inval, zodat de politie de schade aan de voordeur niet vergoedt. Verhuurster heeft de reparatiekosten (1.346 euro) daarom aan huurster gefactureerd. Huurster heeft de factuur echter niet voldaan en heeft ook een achterstand in de betaling van de maandelijkse huur laten ontstaan. Verhuurster vordert ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van de woning en betaling van achterstallige huur en kosten van herstel. Huurster heeft nog wel twee betalingen gedaan, maar die zijn door verhuurster verrekend met de verschuldigde rente en kosten. Volgens verhuurster is huurster aansprakelijk voor de gedragingen van haar zoon, die met haar instemming in het gehuurde verbleef. Huurster betwist dat zij aansprakelijk is voor de schade aan de voordeur. Haar zoon stond niet ingeschreven op het adres van huurster, de inzet van een arrestatieteam was niet nodig en bovendien had de politie gewoon kunnen aanbellen. De huurachterstand is volgens huurster buiten haar schuld ontstaan, doordat haar uitkering werd stopgezet. Na de betalingen die vóór en ook nog na dagvaarding zijn verricht resteert slechts een kleine huurachterstand, die niet de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.

Het oordeel van de rechter

De laatste twee betalingen die huurster heeft verricht zijn door verhuurster met recht allereerst verrekend met de inmiddels verschenen rente en kosten. Bij die betalingen was namelijk niet vermeld dat ze betrekking hadden op een specifiek deel van de schuld. Er moet dus worden uitgegaan van een huurachterstand (drie maanden) die ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De financiële nood van huurster levert geen overmacht op, omdat deze binnen de risicosfeer van huurster ligt. Wat de bij de politie-inval veroorzaakte schade betreft overweegt de kantonrechter het volgende. De aanhouding van de zoon in de huurwoning (hij bevond zich daar met goedvinden van huurster, hij beschikte over een sleutel en overnachtte daar ook) was rechtmatig en gebeurde door een arrestatieteam met het oog op zijn strafblad en de vrees dat hij zich zou verzetten. Het welbewuste gedrag van de zoon hield een reëel gevaar in voor schade aan het gehuurde en dat gevaar heeft zich ook geconcretiseerd. Zijn gedragingen zijn aan huurster toe te rekenen en huurster is daarom toerekenbaar tekortgeschoten jegens verhuurster. Het kan niet zo zijn dat een verhuurder, die part noch deel had aan het criminele gedrag dat tot het ontstaan van de schade heeft geleid, zelf deze veelal onverhaalbare schade moet dragen. De kantonrechter ontbindt daarom de huurovereenkomst en veroordeelt huurster tot ontruiming en betaling van huur, reparatie- en proceskosten. (Uitspraak Rechtbank Den Haag van 18 september 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:12208)