Staatssecretaris van der Burg matigt woorden Bruls over woningmarkt en vluchtelingen

Staatssecretaris van der Burg van Asiel en Migratie heeft in een brief aan de Tweede Kamer geschreven dat het niet de bedoeling is dat de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne het moeilijker maakt voor huidige woningzoekenden om een woonruimte te vinden. “De opvang moet dan ook zo georganiseerd worden, dat andere woningzoekers niet worden verdrongen.”

Dit is precies wat de klanken zijn die we horen aan de telefoon en lezen op platforms als Facebook. Woningzoekenden die al tijden op zoek zijn denken dat het nu nog langer gaat duren om een passende woonruimte te vinden. Hubert Bruls, voorzitter van het veiligheidsberaad, gaf begin deze week nog aan dat verdere opvang ‘af en toe chaotisch’ zal zijn en ‘lelijk zal worden’. Dat er daadwerkelijk beslag gelegd gaat worden op ontroerend goed is nu nog niet aan de orde, maar behoort volgens Bruls wel tot de mogelijkheden.

Opvang huidige woningzoekenden mag niet lastiger worden

Van der Burg matigt deze toon nu dus door een schrijven aan de Tweede Kamer. “De opvang van mensen uit Oekraïne zal op vele fronten consequenties kunnen hebben.”, zo schrijft hij in de 13 pagina’s tellende brief. “Voor de woningmarkt geldt bijvoorbeeld dat het op dit moment moeilijk is om een woning te vinden. Het is niet de bedoeling dat de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne die situatie nog lastiger maakt. De opvang moet dan ook zo georganiseerd worden, dat andere woningzoekers niet worden verdrongen. Dat geldt niet alleen voor de woningmarkt, maar eenzelfde vraagstuk speelt rondom de opvang van asielzoekers uit overige landen, ook daar is het zaak om te voorkomen dat concurrentie plaatsvindt voor locaties die geschikt zijn voor opvang.”

Persbericht KLB en VLBN

Dit werd ook in een persbericht door het KLB en VLBN gemeld en de staatssecretaris lijkt dit over te nemen. Voorzitter Ton Ruhe werd in het persbericht gequoot:
 “Er is in Nederland een groot tekort aan woonruimte. Op dit moment wonen circa 20.000 mensen via onze leegstandbeheerders in leegstaand vastgoed. Als een deel van die woonruimte gebruikt gaat worden voor vluchtelingen, kan dit wel een probleem opleveren voor de huidige bewoners, die dan dus op straat komen te staan.”

Van der Burg probeert dus de onrust weg te nemen die Bruls wekte met zijn suggestie dat de overheid mogelijk beslag moet leggen op panden. “Dat is niet aan de orde. Als over een paar weken blijkt dat we meer nodig hebben dan die vijftigduizend plekken, kijken we naar bestaande noodwetgeving. Dat is dus het afstoffen van oude wetten die er al zijn en dan gaat het hooguit om vorderen, niet om onteigenen.”

Staatssecretaris van der Burg

Eric van der Burg volgde in januari Ankie Broekers-Knol op. Zij wilde gemeenten afgelopen jaar verplichten noodopvang te regelen voor asielzoekers. Daar bleek geen juridische grondslag voor te zijn, wat Van der Burg gelijk beaamde. Van der Burg noemde het ‘een fout in de wet’ en refereerde aan zijn voorganger die dus ten onrechte een ‘aanwijzingsbevoegdheid’ meende te hebben. “Ik heb geen doorzettingsmacht om gemeenten te dwingen tot opvang, terwijl ik er wel landelijk verantwoordelijk voor ben”, aldus Van der Burg. “Daarom ga ik met de hoed in de hand door het land en doe ik ook een beroep op u als Kamer om partijgenoten in gemeenten aan te spreken: pak je verantwoordelijkheid.”

Van der Burg wordt gezien als een gematigde VVD-er, soms ook als linkse VVD-er. Voor zijn staatssecretarisschap was hij een aantal jaar lid van de eerste kamer. Daarvoor was hij 30 jaar actief in de Amsterdamse politiek.

Overleg in Brussel over Oekraïense vluchtelingen

De staatssecretaris gaat maandag naar Brussel voor overleg met zijn Europese collega’s. Hij benadrukte nogmaals dat er van uit Polen, Hongarije of Roemenië geen verzoeken zijn voor ‘relocatie’ van de daar opgevangen Oekraïense vluchtelingen. De voornamelijk rechtse partijen in de Kamer zijn daar het meest bang voor. Inmiddels zijn 3,5 miljoen Oekraïners gevlucht. Zeven EU-landen hervestigen wel 14.500 mensen uit Moldavië, het armste land van Europa. Nederland neemt er daarvan 500 voor zijn rekening.

De hele brief van de staatssecretaris is hier te lezen.