Recht op privacy vs. toezicht op gebruik

Overtreder is normaliter de persoon die een voorschrift daadwerkelijk schendt, dus degene die zelf een ongeoorloofde handeling verricht. In bepaalde omstandigheden kan echter ook degene die niet zelf de handeling verricht als overtreder worden aangemerkt. Zoals in dit geval, waarin volgens de rechter niet de huurder maar de eigenaar overtreder is. Recht-op-privacy-vs-650x417

 

De casus

Eigenaar E verhuurt appartementen in zijn Amsterdamse pand aan één huurder, voor commerciële doeleinden. Toezichthouders van de gemeente en brandweer hebben vastgesteld dat de appartementen hotelmatig worden gebruikt, in strijd met de daarvoor geldende brandveiligheidsvoorschriften en zonder omgevingsvergunning. Gezien de onveilige situatie heeft de gemeente daarop zowel E als huurder gelast om het gebruik van het pand als logiesgebouw/hotel met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden. Beiden zijn door de gemeente als overtreder aangemerkt. Het door E en huurder tegen die beslissing gemaakte bezwaar is door de gemeente en vervolgens door de rechtbank ongegrond verklaard. De rechtbank heeft echter wel bepaald dat niet huurder, maar enkel E verantwoordelijk is voor de overtreding. E heeft tegen dat oordeel hoger beroep ingesteld. Volgens E is namelijk de verantwoordelijkheid van de eigenaar van een pand niet onbeperkt. De rechtbank heeft niet onderkend dat hij voldoende heeft gedaan om onrechtmatig gebruik van het pand te voorkomen. E, die meerdere onroerende zaken in eigendom heeft en op 150 km van Amsterdam woont, wist niet en kon ook niet weten wat er in zijn pand gebeurde.

Het oordeel van de rechter

In bepaalde gevallen kan de persoon die de overtreding niet zelf feitelijk heeft begaan, maar aan wie de handeling wel is toe te rekenen, voor de overtreding verantwoordelijk worden gehouden en als overtreder worden aangemerkt. Van belang in een situatie als deze is dat van de eigenaar van een verhuurd pand mag worden verwacht dat hij zich tot op zekere hoogte informeert over het gebruik dat van het pand wordt gemaakt. De eigenaar dient aannemelijk te maken dat hij niet wist en niet kon weten dat het pand aldus werd gebruikt. E, die meerdere beleggingspanden in eigendom heeft, had regelmatig het gebruik van het pand moeten controleren. E stelt wel dat hij dat hij dat ook heeft gedaan, maar heeft niet toegelicht wanneer en op welke wijze hij het gebruik van het pand heeft gecontroleerd. Hij heeft dus niet aannemelijk gemaakt dat hij voldoende toezicht heeft gehouden. E is er overigens jaren geleden bij eerdere controles al op gewezen dat het pand niet als hotel mag worden gebruikt. Toen E van huurder vernam dat deze het pand voor short stay wilde exploiteren, had E dan ook scherper toezicht moeten houden of nader onderzoek moeten doen. Dat E op aanzienlijke afstand van het pand woont en hij het pand niet kon betreden zonder toestemming van de gebruikers, doet niet af aan zijn verantwoordelijkheid zich over het gebruik van zijn pand adequaat te informeren. Wat het recht op privacy versus toezicht op gebruik betreft, merkt de rechter op dat dit recht op privacy van een huurder niet in de weg hoeft te staan aan het kunnen controleren van het gebruik van de eigendom. E had daarover immers afspraken met huurder kunnen maken. Om kort te gaan, de rechtbank heeft terecht bepaald dat de gemeente E als overtreder kon aanmerken. (Uitspraak Raad van State van 23 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2970)