Gevaar voor zonnebaden en precedentwerking

In deze zaak gaat het om de vraag of de antenne-installatie die huurder op het dak van het flatgebouw heeft geplaatst weg moet of niet. Verhuurster wil het liefst dat de antenne verdwijnt, maar is wel bereid de situatie verder te gedogen als huurder zich aan bepaalde voorwaarden houdt.

De casus

Huurder, zendamateur, zegt van de vorige verhuurster toestemming te hebben gekregen voor het plaatsen van de antenne-installatie. Een antenne waarvoor toestemming is verleend of die is gedoogd, valt volgens huurder niet onder een later ontwikkeld antennebeleid. Het internet biedt geen alternatief voor het zenden en ontvangen als radio-zendamateur en bovendien is de internetdekking in delen van de wereld aanzienlijk minder dan in Nederland. Het onderhoud aan de installatie voert huurder zelf uit. Vanwege zijn autistische stoornis is het contact dat huurder via zijn hobby met de buitenwereld heeft van groot belang en daarbij komt dat de antenne-installatie nog nooit tot een overlastklacht heeft geleid. Dat van een klacht geen sprake is, neemt volgens verhuurster niet weg dat de installatie wel tot overlast kan leiden (klapperen van tuidraden, storing in ontvangst van radio en televisie, geluid van mensen die voor onderhoud op het dak lopen). Antennes zijn niet toegestaan – ze zijn ontsierend, hinderlijk, verhogen de kans op blikseminslag en bemoeilijken de toegang tot het dak. Verhuurster vreest dat andere huurders ook van het dak gebruik zullen willen maken, om te zonnebaden of om van het uitzicht te genieten. Het recht op vrije informatiegaring (artikel 10 EVRM) is in dit geval niet van toepassing, omdat de installatie alleen voor een hobby wordt gebruikt en het niet om een schotelantenne gaat.

Het oordeel van de rechter

Anders dan huurder meent kan een verleende toestemming of gedoogsituatie worden teruggedraaid, en anders dan verhuurster stelt is artikel 10 EVRM ook van toepassing als het om een zendamateur gaat. Dus moet naar ieders belang worden gekeken. Huurder is blijkbaar dagelijks bezig met zijn hobby, die hij al meer dan dertig jaar uitoefent. Sinds zeventien jaar maakt hij daarbij gebruik van een antenne-installatie, die in ieder geval lange tijd is gedoogd en waarover nog nooit is geklaagd. Verhuurster stelt daar weliswaar bepaalde belangen tegenover, maar deze belangen ondergraaft zij voor een groot deel met haar bereidheid om de situatie te handhaven als huurder aan bepaalde voorwaarden voldoet. Huurder is verzekerd, waarmee aan de eerste voorwaarde is voldaan. De voorwaarde betreffende de kostenvergoeding is niet onderbouwd en te algemeen geformuleerd. Dat huurder alleen het dak mag betreden onder begeleiding van een gecertificeerd persoon acht de rechter gezien de omstandigheden onredelijk. Wat de gevreesde precedentwerking betreft, betekent toestemming aan huurder niet zonder meer dat verhuurster anderen die het dak willen betreden dit niet zou kunnen verbieden. Overigens is op een dak zonnebaden niet te vergelijken met daarop werkzaamheden uitvoeren en de rechter vindt het dan ook niet aannemelijk dat huurders daardoor op het dak zouden willen gaan recreëren. Om kort te gaan, de voorwaarden die verhuurster aan de handhaving van de antenne stelt zijn vervuld, te ruim geformuleerd of onredelijk, en het belang van huurder bij handhaving van de antenne geeft hier de doorslag. (Uitspraak Rechtbank Rotterdam van 22 juni 2012, ECLI:NL:RBROT:2012:3296)