Het zal je pand maar wezen!

De krakers hadden maar acht weken nodig om het kantoorpand uit te wonen, te vervuilen en te slopen. De rondtrekkende krakersgroep kreeg van de rechter bovendien nog wat extra tijd om een laatste housefeest te organiseren. De ravage was enorm. Het zal je pand maar wezen!

De casus

Er is wel een kraakverbod, maar wanneer de politie geen actie onderneemt (en dat is vaak het geval) moet de eigenaar nog steeds de ouderwetse weg van een civiele procedure bewandelen. Zo ook E. E is eigenaar van een kantoor-/bedrijfspand met loodsen, dat door de economische crisis al enkele jaren leeg staat. E heeft een nieuwe huurder gevonden, die het pand snel in gebruik wil nemen. Een rondtrekkende groep krakers heeft inmiddels echter zijn intrek in het leegstaande pand genomen. De Tekno-groep trekt al een jaar of drie met persoonlijke bezittingen, matrassen en geluidsapparatuur van het ene lege bedrijfspand naar het andere. Ze hebben naar eigen zeggen al zo’n dertig à veertig panden gekraakt en organiseren in die gekraakte panden Tekno-feesten. In één ruimte is een hele wand met speakers ingericht en sinds ze het pand hebben bezet zijn er al aardig wat housefeesten gegeven. E heeft bij de politie aangifte gedaan van huisvredebreuk en de groep krakers via de deurwaarder gesommeerd het bedrijfspand te verlaten. De krakers willen niet uit eigen beweging vertrekken, zodat E het gehuurde niet op de afgesproken datum aan de huurder ter beschikking kan stellen. E vordert nu in kort geding de ontruiming van de krakers binnen vierentwintig uur na de betekening van het vonnis.

Het oordeel van de rechter

Dat de krakers onrechtmatig in het pand verblijven, staat niet ter discussie. Zij maken inbreuk op het eigendomsrecht van E en E heeft er belang bij die onrechtmatige situatie te beëindigen. Een ontruimingsvonnis is in kort geding echter alleen toewijsbaar als het belang van de eigenaar spoedeisend is en dit belang ook zwaarder weegt dan het woonbelang van de krakers. E heeft een spoedeisend belang, bevestigt de voorzieningenrechter, omdat E het bedrijfspand al leeg en ontruimd aan de nieuwe huurder ter beschikking had moeten stellen en schade leidt doordat hij geen uitvoering kan geven aan de huurovereenkomst. Ook kan het bedrijfspand door de aanwezigheid van de krakers niet worden verzekerd. De gemeente heeft aangegeven dat het verblijf van de krakers in het bedrijfspand in strijd is met de bestemming van het pand, nu daarin niet mag worden gewoond. Bovendien is er geen specifieke woningnood ter plaatse. Er is dus geen enkele wettelijke regeling of bijzondere omstandigheid waaraan de krakers een woonrecht en bescherming van dat recht kunnen ontlenen, merkt de rechter op, zodat de gevorderde ontruiming kan worden toegewezen. Omdat de krakers hebben verzocht om verlenging van de ontruimingstermijn en E daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, stelt de rechter de ontruimingstermijn niet vast op vierentwintig uur maar op drie dagen. (Na de ontruiming heeft de groep meteen een ander bedrijfspand gekraakt.) (Uitspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 11 augustus 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:5351)