Onderverhuurder loopt door WhatsApp tegen de lamp

Naar aanleiding van een advertentie op kamertje.nl heeft een medewerker van verhuurder contact gezocht met de aanbieder van de woning en zich voorgedaan als kandidaat-huurder. De afspraak voor bezichtiging van de woning is vervolgens per sms-bericht door de aanbieder afgezegd, omdat de woning al verhuurd zou zijn. De onderverhuurder loopt echter alsnog tegen de lamp wanneer verhuurder in het bezit komt van WhatsApp-correspondentie.

De casus

B heeft bij de politie melding gemaakt van een onderhuursituatie/conflict op het bewuste adres. Zij was mondeling met A de huur van de woning overeengekomen en had daarvoor 1.250 euro betaald. Toen B met de door A overhandigde sleutels de woning betrad, bleken daar twee mensen aanwezig te zijn. Er ontstond een heftig conflict tussen A en een van hen, waarbij de politie tussenbeide moest komen. B wilde de woning niet langer huren en vroeg haar geld terug. A weigerde dit en heeft vervolgens de sloten van de woning vervangen. Bij verschillende huisbezoeken aan het adres van A heeft verhuurder andere personen aangetroffen die daar (tijdelijk) verbleven, en ook bij de politie is onderverhuur al eerder gemeld. Verhuurder beschikt nu over WhatsApp-berichten waaruit blijkt dat A met B overeenstemming heeft bereikt over onderverhuur van de woning voor 1.250 euro. Verhuurder heeft groot belang bij het bestrijden van woonfraude en vordert daarom het vertrek van A en betaling van de contractuele boete wegens onderverhuur. A zegt dat hij alleen maar tijdelijke logé’s heeft gehad. A heeft de woning vanwege zijn schulden wel aangeboden op www.kamertje.nl, maar het is niet tot verhuur gekomen toen hem na lezing van het contract duidelijk was geworden dat onderhuur niet was toegestaan. A heeft daarom indertijd per sms laten weten (aan de medewerker van verhuurder) dat de woning al verhuurd was. B is volgens A geen onderhuurster, maar heeft op een feestje de reservesleutels ontvreemd, zodat hij de sloten moest vervangen.

Het oordeel van de rechter

Het gaat hier om een kort geding en of de aangetroffen personen logé’s dan wel onderhuurders waren, kan in deze procedure niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld. Een boete kan daarom niet worden opgelegd. Duidelijk is echter wel dat A de woning op het internet in (onder)verhuur heeft aangeboden. Het gaat om een sociale huurwoning en onderverhuur is bovendien expliciet verboden. Dat A pas na het plaatsen van de woning op internet achter dat verbod kwam, acht de rechter niet aannemelijk. Het is algemeen bekend dat de woningcorporaties en de gemeente strijd voeren tegen woonfraude en huurder had kunnen weten dat onderhuur zonder toestemming niet is toegestaan. Dan de kwestie met B, waarbij het niet om ontvreemde sleutels gaat, maar om oplichting. A had onder valse voorwendselen 1.250 euro van B ontvangen, maar wilde niet dat zij daadwerkelijk haar intrek in de woning zou nemen. Om B af te schrikken is daarom een ruzie geënsceneerd. Na haar vertrek uit de woning heeft A de sloten verwisseld. Het inzetten van een sociale huurwoning als middel voor oplichting is een zeer ernstige tekortkoming aan de zijde van A, aldus de rechter. Dit gezien in combinatie met het plaatsen van de woning op internet maakt dat aannemelijk is dat de bodemrechter de ontbinding van de huurovereenkomst zal uitspreken. A heeft zich immers niet als goed huurder gedragen. Hierop vooruitlopend kan in dit kort geding de ontruiming van de woning worden uitgesproken: A moet de woning binnen acht dagen verlaten. (Uitspraak Rechtbank Amsterdam van 12 december 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:8403)