Serieuze gevolgen, niettemin ontruiming

Bij niet-nakoming van de huurovereenkomst is niet relevant wie van de beide echtgenoten tekortschiet. Hoofdelijke aansprakelijkheid omvat alle verplichtingen uit de huurovereenkomst, en dus ook de situatie waarin met name de man zich niet als goed huurder gedraagt.

De casus

Tussen huurder en de wijkbeheerder van verhuurster heeft een incident plaatsgevonden toen de wijkbeheerder vuilnis van huurders aantrof bij de kelderboxen van het complex. De situatie is geëscaleerd: huurder heeft gescholden en heeft de wijkbeheerder een vleesmes van circa 30 cm laten zien. Deze laatste heeft van de bedreiging aangifte gedaan en verhuurster heeft de ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd. Die vordering is door de kantonrechter toegewezen, omdat de man zich niet als goed huurder heeft gedragen. Het gaat om een ernstige bedreiging en het incident raakt niet alleen de interne organisatie van verhuurster, maar ook de dienstverlening aan haar huurders. Dat de ontruiming een noodsituatie oplevert voor de vrouw en haar kinderen is onvoldoende om de ontruiming te beperken tot de man. Huurders vragen het hof dit vonnis te herzien. Er was namelijk geen sprake van bedreiging, maar van miscommunicatie. De man heeft oprecht zijn excuses aangeboden en de vrouw was niet bij het incident aanwezig, zodat zij het ook niet kon voorkomen. Bovendien is de vrouw niet hoofdelijk aansprakelijk voor dit soort tekortkomingen van de man en zijn er ook geen verdere incidenten meer geweest. De kantonrechter heeft ten onrechte geen rekening gehouden met het feit dat er drie minderjarige kinderen zijn en de vrouw hoogzwanger is. De stress leidt tot psychische klachten en mogelijk ernstige gevolgen voor de zwangerschap. Dit alles levert een noodsituatie op, omdat de vrouw geen vervangende woonruimte heeft. Relevant is volgens huurders verder dat de man de woning heeft verlaten en elders verblijft.

Het oordeel van de rechter

Volgens het hof staat echter niet vast dat de man zijn rechten op de woning heeft prijsgegeven en dat geen sprake meer is van een gemeenschappelijke huishouding. Het hof wijst er verder op dat inmiddels duidelijk is dat de vrouw met haar zichtbaar geïrriteerde man mee naar de berging is gegaan, de woordenwisseling tussen de wijkbeheerder en de man heeft gehoord en een mes aan de man heeft gegeven. Eventuele excuses en het ontbreken van verdere incidenten maken de schending van het goed huurderschap niet ongedaan. Het incident is zodanig ernstig dat het ontruiming rechtvaardigt, zowel jegens de man als jegens de vrouw als hoofdelijk verbonden medehuurster. Ook het hof vindt de gevolgen van de ontruiming gezien de ernst van het incident ontoereikend om aan te nemen dat er geen grond is voor ontbinding. Verhuurster stelt terecht dat haar medewerkers veilig hun werk moeten kunnen doen. De vrouw was in ieder geval bij een deel van het incident aanwezig en had kunnen voorkomen dat de man de beschikking kreeg over een mes. Dat de vrouw het mes vond bij het opruimen en het aan de man gaf om het veiligheidshalve bij de wijkbeheerder in te leveren, zoals huurders stellen, doet niet af aan het feit dat het verstrekken van het mes de spanning op dat moment heeft doen toenemen. Het hof sluit zich daarom aan bij de uitspraak van de kantonrechter. (Uitspraak Gerechtshof Den Haag van 3 maart 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:324)