Verboden ingebruikgeving tweede keer niet zonder gevolgen

Huurder huurt sinds een aantal jaren een driekamerflat van verhuurder. Huurder is verplicht het gehuurde zelf als woonruimte te bewonen en daarin zijn hoofdverblijf te hebben. Huurder negeert het verbod om de woning zonder toestemming van verhuurder aan derden in gebruik te geven – en wordt betrapt. Niet één keer, maar twee keer. De tweede keer blijft niet zonder gevolgen.  

De casus

Naar aanleiding van een anonieme tip over illegale bewoning heeft verhuurder een gesprek met huurder. Huurder zegt daarin toe dat de vriend en diens familie die een deel van het gehuurde gebruiken de woning zullen verlaten, en dat hij de woning nooit meer zonder toestemming van verhuurder zal onderverhuren of in gebruik zal geven. Een jaar later doet de politie een inval in de woning, na een melding over gillen en schreeuwen en het geluid van het afgaan van een pistool. De politie treft in de woning drie Bulgaren aan, wat meubels (eettafel en vier stoelen, drie matrassen), tassen en een koffer met kleding. De watermeter en de elektriciteitsmeter zijn onklaar gemaakt; de bekabeling van de elektriciteit is omgeleid. Huurder heeft volgens verhuurder in strijd met de huurovereenkomst de woning gedurende geruime tijd niet zelf bewoond als hoofdverblijf en deze in gebruik gegeven aan derden. Op grond daarvan heeft de kantonrechter de ontbinding en ontruiming toegewezen. Huurder vindt echter dat de tekortkoming te gering is om die ontbinding en ontruiming te rechtvaardigen, en gaat in beroep. Huurder erkent dat hij twee keer zonder toestemming van verhuurder de woning in gebruik heeft gegeven aan derden, maar het ging in beide gevallen om kortdurend gebruik. Huurder zegt steeds zijn hoofdverblijf in het gehuurde te hebben gehad, en de woning alleen tijdens zijn vakantie kort en zonder winstoogmerk in gebruik te hebben gegeven. Huurder weet niets van wijzigingen aan meters en leidingen.

Het oordeel van de rechter

Volgens het hof gaat huurder echter voorbij aan het feit dat aan het gebruik door derden beide keren een einde is gekomen door ingrijpen van buitenaf én zonder dat duidelijk is geworden hoe lang de derden al in de woning verbleven. Alles wijst erop dat de periode in ieder geval de eerste keer langer was dan de door huurder genoemde “twee tot drie weken”, en ook in het tweede geval is niet duidelijk of het verblijf van de Bulgaren in de woning van korte duur is geweest. Huurder heeft onvoldoende controle uitgeoefend over de wijze waarop de woning werd gebruikt. Beide keren verbleven personen in de woning die huurder niet eens van (achter)naam kende, terwijl het verblijf van de Bulgaren ook nog eens was geregeld door een “kennis”. Dit heeft de door de politie in de woning aangetroffen onwettige en onveilige situatie in de hand gewerkt. Huurder heeft niet alleen in strijd met de huurovereenkomst gehandeld, maar ook in flagrante strijd met zijn eigen toezegging een jaar eerder. Verhuurder heeft een groot belang bij een juist gebruik van zijn sociale huurwoningen. Huurder heeft aan dat belang afbreuk gedaan door de woning herhaald aan vreemden in gebruik te geven en nauwelijks te meubileren. Het hof bevestigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt huurder in de kosten van de procedure.   (Uitspraak Gerechtshof Amsterdam van 17 juli 2012, LJN BX9837)