Op de vingers getikt voor doorprocederen

Verhuurster wordt door de rechter in een zaak over een betalingsachterstand een onwaarachtige proceshouding en een gebrek aan openheid verweten. Ook in haar stelplicht schiet verhuurster tekort. Verhuurster heeft de schijn gewekt dat zij de zaak tegen huurster per se tot een vonnis wenst te laten komen, terwijl een andere wijze van oplossing voor de hand lag. Huurster is daardoor met hoge, onredelijke kosten geconfronteerd.

De casus

Nadat de huurverhouding op 26 maart is geëindigd, vordert verhuurster van huurster een bedrag van 673 euro wegens huurachterstand plus kosten van incassowerkzaamheden. De achterstand betreft de onbetaald gebleven huur ‘tot 27 maart’. Verhuurster heeft huurster laten dagvaarden. Huurster zegt compleet door de dagvaarding te zijn verrast, omdat zij niet eerder enig signaal van verhuurster of deurwaarder had ontvangen. De aan de dagvaarding gehechte stukken zijn volgens huurster pas later geproduceerd. De betekening heeft bovendien niet in persoon plaatsgevonden; de dagvaarding is gewoon in de brievenbus gegooid. Naar aanleiding van de dagvaarding heeft huurster meteen een deelbetaling gedaan en de deurwaarder per fax een betalingsregeling voorgesteld. Huurster zou vijf maanden lang nog eens een bedrag van 100 euro betalen, en zij rekende er daarom op dat de zaak bij de rechtbank ingetrokken zou worden. Dat laatste is echter niet gebeurd en daarin ziet huurster samenspanning van verhuurster en deurwaarder om er ‘een slaatje uit te slaan’. Huurster blijft bestrijden dat zij voor de kosten moet opdraaien.

Het oordeel van de rechter

Om te beginnen plaatst de rechter een vraagteken bij de laatste huurbetaling: de huurverhouding is ‘per’ 26 maart geëindigd en de woning is op 25 maart opgeleverd, dus is er een dag huur te veel berekend. Ook is onduidelijk of en wanneer verhuurster huurster over de voldoening van de laatste huurtermijn heeft benaderd en of een waarborgsom moet worden gerestitueerd. Iedere informatie op dat punt ontbreekt. In elk geval was een formele ingebrekestelling vereist en verhuurster heeft niet eens aannemelijk gemaakt dat die is verzonden, laat staan ontvangen. De verontwaardigde en snelle reactie van huurster na dagvaarding doet vermoeden dat zij inderdaad van niets wist. Verhuurster heeft essentiële informatie verzwegen en op zijn minst de schijn gewekt dat zij koste wat kost een zaak wenste door te zetten die anders en sneller opgelost had kunnen worden. Overigens valt ook op het handelen van de deurwaarder wel het een en ander aan te merken, vindt de rechter. Met de belangen van huurster is in elk geval niet in redelijkheid omgesprongen. Het bij dagvaarding gevorderde bedrag was op zich al discutabel, maar bij doorprocederen stond ook nog eens griffierecht op het spel. Verhuurster heeft huurster daarmee onnodig voor hoge kosten geplaatst. De kosten van procederen zijn voor rekening van verhuurster; huurster hoeft enkel de nog resterende huurachterstand te voldoen. (Uitspraak Rechtbank Limburg van 30 oktober 2013, ECLI:NL:RBLIM:2013:8537)